Wij willen onze eigen weg in het leven vinden, we willen onszelf en onze plek in het grotere geheel beter leren begrijpen. We doen dat met behulp van rituelen, symbolen en gereedschappen.
De rituelen van de Vrijmetselarij vertegenwoordigen overgangen in fasen van persoonlijke bewustwording en ontwikkeling. Ze gaan over verschillende aspecten van het leven. In de rituelen wordt veel gebruik gemaakt van metaforen en symboliek. Samen met de gereedschappen geven ze je handvatten om met situaties in het leven om te gaan. Ze zijn niet vererend of belerend, maar beeldend en belevend en aangekleed met muziek. Zo wordt het mysterie van het leven tastbaar gemaakt.
De vrijmetselarij maakt gebruik van symbolen omdat die, vaak beter dan woorden, contact maken met gevoelens. Metaforen en symbolen kunnen heel eenvoudig zijn, zoals de mens die wordt voorgesteld als een ruwe steen, die hij moet leren bewerken tot een kubieke steen. Met hamer en beitel bewerkt een vrijmetselaar symbolisch zijn ruwe steen, met als doel deze te transformeren. Samen met alle stenen kun je dan een gebouw, de voorstelling van de samenleving, bouwen. De metafoor wordt wat ingewikkelder, op het moment dat de grote levensvragen aan bod komen. De verzamelde wijsheid van de mensheid ligt erin besloten.
Eén beeld of symbool zegt meer dan 1000 woorden. Het draagt de achterliggende informatie beter en krachtiger over dan woorden zouden kunnen doen omdat ze een beroep doen op ons gevoel. Het creëert in het menselijk brein een beeld, compleet met verschillende mogelijke betekenissen. Symbolen kunnen heel simpel zijn, of heel gecompliceerd, duidelijk en eenduidig of versluierd en multi-interpretabel. Dit geeft dus ruimte voor het zelf maken van keuzes.
De symbolen komen tijdens onze bijeenkomsten tot leven in rituele “spellen” volgens een vast patroon, dat al eeuwen in de kern ongewijzigd is. Daarin kan ieder lid van de Loge een functie of rol hebben en worden speciale attributen gebruikt. Licht, bouwen en muziek spelen een belangrijke ondersteunende rol. De “rituele arbeid” speelt zich af in een “loge”, of “tempel”, bij Loge Ishtar ook wel “werkplaats” genoemd. Deze is op een specifieke manier ingericht. Maar Vrijmetselaars kunnen eigenlijk overal en waar ze maar willen met heel beperkte hulpmiddelen een werkplaats vormen.
Vrijmetselaars zijn, wanneer ze in hun werkplaats samenkomen, op een bepaalde manier gekleed die gericht is op een zekere rust en eenvoud. In Loge Ishtar werken we in zwarte kleding met witte accenten, en dragen daarnaast het maçonnieke schootsvel (het symbool van de arbeid) en witte handschoenen (het symbool van de beoogde reinheid van die arbeid). Twee krachtige symbolen.